Binnen het domein van architectuur is er een scala aan verschillende categorisaties van de gebouwde omgeving. Aan de hand van een literatuurstudie selecteerde Sander drie interessante bronnen: ‘Shearing Layers’ van Brand (1994), ‘Housing Design: A Manual’ door Leupen en Mooij (2011), en ‘A Pattern Language’ door Alexander et al. (1977). Deze bestaande categorisaties werden geanalyseerd om zo een nieuw framework voor te stellen dat specifiek is afgestemd op de woonomgeving. We onderscheiden daarbij vijf lagen: leefomgeving, buurt, woning, tektoniek en persoonlijke spullen. Het doel van het framework is om voor elk van deze lagen de ervaringen van bewoners, omschreven als psycho-sociale ervaringen, expliciet te linken met hun fysieke context.